We zouden weer naar Zandvoort, maar ik had iets gelezen over Max Verstappen, dus misschien was het beter Bloemendaal eens te herontdekken.
Beelden kwamen terug van wilde feesten bij strandtent Woodstock met de Extreem Nette Dames, mijn vriendinnen van destijds. Dansen op blote voeten, opzwepende muziek, applaus bij zonsondergang. Zou Woodstock nog bestaan? De NS had borden geplaatst. Er stonden regelaars in knalgele hesjes. Dat stak lekker af tegen de oranje outfits van de circuitgangers. Om de paar minuten gingen er treinen richting Zandvoort. We zaten tegenover een echtpaar dat net van vakantie kwam en niet op drukte had gerekend. De man vertelde vol vuur over vakantie ervaringen, maakte grapjes die ik door het achtergrondrumoer niet kon verstaan. Ik lachte op momenten dat pretlichtjes in zijn ogen verschenen. De bus was zo vol dat we niet veel meer konden zien dan een glimpje blauw op rechts. Waren we er al? 'Bloemendaal-strand', zeiden twee oranje mannen op gezaghebbende toon. Snel wurmden we ons een weg naar buiten. Er stonden dranghekken, touringbussen, een tent met een medisch team, boven onze hoofden cirkelden helikopters. Mannen in gele hesjes schoven behulpzaam dranghekken opzij om ons door te laten. We trokken onze schoenen uit, renden richting zee. 'Welke kant op?' vroeg Strandmaatje 'Links', sprak ik ferm. De wind rukte aan onze kleren. Het strand was bijna leeg. Aan de hemel kleurige vliegers, kitesurfers tornden tegen golven op. We waadden door lauwwarm water, broekspijpen werden zwaar en nat, net op tijd weken we uit voor een zonnende kwal. Zacht zand onder onze voeten. Op links lange rijen strandhuisjes, de meeste met de gordijnen dicht. We liepen ze allemaal voorbij in onze zoektocht naar een strandtent. Toen we er eindelijk een zagen bleek die omgeven door dranghekken, wapperende windvanen, prikkeldraad. Verder weg, op de kade een loopbrug. 'Wacht even..', zei ik 'Zijn we nu tòch in Zandvoort??' Gelukkig hadden we proviand mee. Strandmaatje een bakje studentenhaver, ik een zak met onbelegde boterhammen. Ik haalde een boterham te voorschijn, oreerde uitgebreid over dit gezonde brood, wees Strandmaatje op de overvloedig aanwezige granen en zaden. Een windvlaag onder mijn arm. Ik staarde naar mijn rechterhand die plotsklaps leeg was. Een meeuw had een duikvlucht genomen onder mijn arm door en in éen beweging de boterham weggekaapt. Nu stond het beest tegenover ons. De blik waarmee hij ons doorpriemde zag er verbijsterd uit. De vierkante vorm van de boterham gleed langzaam door zijn hals naar beneden. Op onze terugtocht hadden we de wind mee. In Bloemendaal vonden we eindelijk een strandtent en we zaten daar uren achter grote glazen gemberthee. Zoetjesaan vulde zich het terras met supporters in oranje outfit. Thuis zag ik dat Max Verstappen tweede was geworden.
0 Comments
Leave a Reply. |
Helma SnelooperDichter, verteller, performer, Archief
August 2024
Categorieën
All
|